BSR Interview: Milan "Jerommeke" Vanacker na NAC U19 – FC Emmen U19
NAC Onder 19 won zaterdagmiddag met 3-1 van FC Emmen. Het was de tweede zege op rij na de 5-2 overwinning op ADO vorige week. In de eerste helft scoorden Van Nielen en Kestens namens NAC. Direct na rust maakte Vanacker de derde treffer, waarna Emmen in de slotfase nog iets terug deed. Na afloop spraken wij met de maker van de 3-0, Milan Vanacker.
Tegenstander FC Emmen had nog geen punt gepakt in de competitie. NAC was het dan ook bijna aan zijn stand verplicht om deze wedstrijd te winnen. Dat deed de ploeg van Michael Dingsdag ook. Vanacker: “Ik vond dat we een hele sterke eerste helft gespeeld hebben. De tweede helft was misschien iets wat slordiger, maar we hebben de drie punten, dus uiteindelijk is alles wel goed.” Over zijn eigen spel was de Belg ook wel te spreken. Hij speelde net als vorige week op het middenveld in plaats van op de backpositie. Ook op die positie laat hij zien een meer dan aardige voetballer te zijn. “De eerste helft in de eerste tien minuten mocht ik iets meer aanwezig zijn. Daarna ben ik er wel doorgekomen. Ik heb uiteindelijk ook gescoord in de tweede helft. Ik ben heel blij met mijn wedstrijd.”
Als je kijkt naar het aantal kansen dat NAC had, had de uitslag wel wat hoger mogen uitvallen. Ook het tegendoelpunt was niet nodig, aangezien NAC de tweede helft niets van FC Emmen te vrezen had. “We willen zo graag mogelijk de nul houden. Uiteindelijk is dat niet gelukt. Misschien een beetje concentratieverlies. Dat moeten we proberen mee te nemen naar de volgende wedstrijd zodat we geen goals tegen krijgen.”
Middenveld of verdediging
Vanacker is een multifunctionele speler die zowel in de verdediging als op het middenveld uit de voeten kan. In het begin van het seizoen speelde hij zijn meeste wedstrijden als back, wisselend tussen de rechter en linkerkant. Nu speelt hij als middenvelder, zoals hij ook te boek staat. Zelf zegt hij geen voorkeur te hebben waar hij staat. “Ik vind allebei de posities heel erg leuk. Op het middenveld kom ik misschien iets meer aan de bal dan op de backpositie. Maar waar ik ook sta, ik moet mijn best doen. Dan maakt de positie voor mij niet uit.”
De 18-jarige Vanacker is met zijn 1 meter 67 niet de langste van het veld. Hij moet het dan ook niet van zijn fysieke kracht hebben, al gaat hij zijn duels zeker niet uit de weg. “Ik ben een explosieve speler die graag aan de bal komt. Ik doe ook mijn verdedigende taken en ik probeer nog goals te scoren natuurlijk.” Als je hem vraagt wat zijn doel is voor dit seizoen, krijg je het antwoord dat iedereen van de Onder 19 zal geven: aansluiten bij het eerste elftal. “Ik speel nu met de Onder 19. Ik train ook mee met het eerste nu, dus natuurlijk proberen om de selectie te halen. Dat is mijn doel voor dit seizoen. En volgend seizoen volledig aansluiten bij het eerste is mijn hoofddoel.” Met een contract op zak is de eerste stap daarvoor in ieder geval al gezet.
‘Hier is voetbal nog meer de prioriteit’
Sinds afgelopen zomer speelt Vanacker in de jeugdopleiding van NAC. Daarvoor was hij jaren actief in de jeugd van Club Brugge. Nadat hij daar vertrok, liep hij een trainingsstage bij TOP Oss. Daar kwam het niet tot een samenwerking, waarna hij uiteindelijk bij NAC neerstreek. Na een half jaar heeft hij zeker geen spijt van die keuze. “Ik ben heel erg tevreden. Tuurlijk ook omdat ik nu een contract getekend heb. Ik vind de mensen hier erg leuk. De visie is goed. Dus op naar een mooie paar jaar.” Na jaren in eigen land te hebben gespeeld, is NAC zijn eerste ‘buitenlandse’ ploeg. Hij vond het ook niet erg om naar Nederland te vertrekken voor zijn ontwikkeling. “In België is ook alles in orde, maar hier is voetbal nog meer de prioriteit dan in België.
Volgende week speelt NAC uit bij Alphense Boys. Die ploeg is ongeveer gelijk aan FC Emmen. Wil NAC volgend seizoen weer in de Eredivisie uitkomen, zal het dit soort wedstrijden moeten winnen. Dat vindt Vanacker zelf ook. “Elke wedstrijd is natuurlijk anders, maar wij moeten eigenlijk wel winnen. Alphense Boys zal een ploeg zijn die inzakt en de duels aangaat. Wij moeten zorgen dat wij onszelf daar onderuit spelen. Met voetbal de kansen maken en die dan ook afwerken.”